Creatieve desintegratie

Dit artikel verscheen eerder op www.thirdfactor.org, het Engelstalige online magazine over positieve desintegratie.

Lange tijd zag ik mezelf niet als een creatief persoon. Dat is best raar, want als klein kind was ik al bezig met dans, muziek en schrijven. Rond de leeftijd van tien of elf werd ik extreem zelfbewust van mijn creatieve expressie. Ik had zulke hoge verwachtingen van mezelf, dat ik voor een publiek vaak een black out kreeg. Mijn stem en handen begonnen te trillen, en hoewel ik me zorgvuldig had voorbereid, was ik plotseling delen van de muziek vergeten die ik op het punt stond om uit te voeren. Het begin van deze podiumangst betekende het einde van een periode van zorgeloos dansen en muziek maken.

Om deze vervelende gevoelens van angst te vermijden, zou het natuurlijk het makkelijkst zijn geweest om te stoppen met optreden. Maar ik had een verlangen dat sterker was dan die angst: mijn behoefte aan bevestiging en erkenning van anderen.

Deze gevoelens waren vooral sterk rond de tijd dat ik naar de middelbare school ging – wat ook een tijd was waarin ik het bijzonder moeilijk vond om vrienden te maken. Ik had er geen benul van dat mensen me aardig zouden kunnen vinden om de persoon die ik ben; ik dacht dat ze me alleen leuk zouden vinden om wat ik zou kunnen. Dus gebruikte ik mijn muzikale vaardigheden om de aandacht op mezelf te vestigen. Ik zong, begeleidde mezelf op de piano en begon liedjes te schrijven. En hoewel ik daardoor op school wat minder anoniem werd, leidde het niet tot nieuwe vrienden. Ondertussen was ik vastbesloten om van muziek mijn carrière te maken.

Aan de basis van podiumangst ligt het risico dat als je jezelf laat zien in de spotlights, dat anderen hierover zullen oordelen. Als je optreedt zullen er altijd mensen zijn die je bekritiseren of je creatieve potentieel niet zullen zien. Nu, als volwassene, weet ik dat je daarop voorbereid moet zijn. Maar in die tijd was mijn zelfvertrouwen – zoals bij de meeste tieners – nogal fragiel. Als kind was ik nooit aangemoedigd om op mijn eigen oordeel of intuïtie te vertrouwen. Dus toen sommige mensen die een ‘autoriteit binnen het vak’ vertegenwoordigden mijn muzikale talent niet zagen, hield ik hun oordeel voor de waarheid en gaf het op.

Creatieve identiteit     

Vanaf dat moment zag ik mezelf niet meer als creatief persoon. Toch ben ik nooit gestopt met zingen voor mijn eigen plezier. Goed zingen was een ambacht dat ik echt wilde leren beheersen. Na een decennium toegewijd aan mijn stem te hebben gewerkt, begon ik langzaamaan weer op te treden in het openbaar. Uiteindelijk verdiende ik zelfs geld als klassiek zangeres. Maar ik zag mezelf toen alleen als iemand die muziek van anderen uitvoert, niet als iemand die zelf muziek creëert.

Hoewel ik tevreden was met wat ik tot dan toe in mijn muzikale carrière had bereikt, ervoer ik een gevoel van rusteloosheid. Losgaan in het nachtleven was op dat moment een geweldige uitlaatklep voor mijn energie, maar uiteindelijk ervoer ik dat ook niet als voldoende betekenisvol. Ik voelde de behoefte om aan een nieuw hoofdstuk in mijn leven te beginnen. Het probleem was alleen dat ik niet wist wat dat nieuwe hoofdstuk moest zijn. Jarenlang voelde ik alleen die rusteloosheid, maar wat dat precies betekende, bleef ongrijpbaar.

Ik vond een kompas in Julia Cameron’s The Artist’s Way. Door de introspectieve oefeningen in dit boek kwam ik weer in contact met de activiteiten die ik in mijn jeugd zo leuk vond – dansen, schrijven en muziek maken – en uiteindelijk ook bij mijn verlangen tot creëren. Het blijkt dat de spelletjes en creatieve uitlaatkleppen waar je als kind toe wordt aangetrokken, veel onthullen over je talenten en potentieel als volwassene. Als je het moeilijk vindt om je creatieve rusteloosheid te kanaliseren of om te ontdekken waar je gepassioneerd over bent in het leven, vind je misschien antwoorden door naar je kindertijd te kijken.

Dus, na vijftien jaar herontdekte ik mezelf als creatief persoon. Ik begon weer muziek te schrijven aan de piano. Maar ik voelde nog steeds weerstand. Kan ik dit echt? Wie ben ik, dat ik hier op mijn drieëndertigste ineens mee wil beginnen? Uiteindelijk overtrof ik mijn eigen verwachtingen en deed ik iets waarvan ik nooit had gedacht dat ik het ooit zou doen: ik bracht een cd uit met zelfgeschreven en zelfgeproduceerde nummers. Dit was een mijlpaal in mijn leven. Plotseling was ik een creatieve muzikant en niet ‘alleen maar een zangeres’.

De gloeilamp en het kompas

In de muziekindustrie krijg je echter weinig tijd om te reflecteren op je prestaties, je moet voortdurend mee in de ratrace. Naast zoveel mogelijk optreden betekent dit ook het continu beheren van je online presence. Je moet laten zien dat je succesvol en goed bezig bent, het liefst zeven dagen per week. Ik merkte dat ik steeds minder tijd besteedde aan het schrijven van nieuwe muziek, en steeds meer tijd aan netwerken en sociale media. Mijn innerlijke rusteloosheid keerde terug: dit was niet het creatieve leven zoals ik het me had voorgesteld.

Toen ontdekte ik de loop station, een pedaal waarmee je alles wat je speelt of zingt in verschillende lagen kunt opnemen. Ik begon enthousiast te experimenteren met deze nieuwe manier van componeren, waardoor je als soloartiest kunt klinken als een hele band. In die periode besloot ik dat ik niet meer tegen de klippen op mijn plek wilde bevechten in de muziekindustrie. Vanaf nu stond het creatieve proces voorop.

Dit had ook invloed op de muziek die ik maakte. Mijn teksten gingen nu over sociale en spirituele onderwerpen die voortkwamen uit diepe zelfreflectie en meta-beschouwingen. Ik kwam er ook achter dat deze muziek veel dichter bij mij zelf stond, maar dat ik er niet in slaagde om me hiermee met het mainstream publiek te verbinden. De respons viel tegen: niemand kocht mijn muziek meer en niemand boekte mijn shows.

En ik moet toegeven: in het begin voelde dit als een mislukking. Maar terwijl ik deze nieuwe realiteit probeerde te aanvaarden, werd ik me ook opnieuw bewust van mijn behoefte aan bevestiging en erkenning. Ik realiseerde dat ik nog steeds hoopte dat muziek en creativiteit die behoeften zouden vervullen, net als in al die jaren daarvoor. Toen ik dat oude patroon herkende, ging er een lampje branden en door dat licht zag ik mijn innerlijke kompas. Ineens was het me duidelijk: dit is precies wat je nu moet doen. Je weet nog niet waar dit pad je zal brengen. Niet iedereen zal het begrijpen. Het brengt misschien geen erkenning, maar dit is de enige manier. Teruggaan is geen optie meer. Ik volgde mijn creatieve instinct en was niet langer bezig met wat wel of niet succesvol zou kunnen zijn.

Het doel van creativiteit

In deze resultaatgerichte wereld zijn we ons er vaak niet van bewust dat het creatieve proces intrinsieke waarde heeft voor persoonlijke ontwikkeling en een betekenisvol leven. Dit werd me pijnlijk duidelijk gemaakt door bepaalde mensen die me vertelden dat ik nooit beroemd zou worden met mijn soort stem, of mijn soort muziek. Sommigen suggereerden zelfs dat ik er beter aan zou doen om gewoon helemaal te stoppen. Dit soort opmerkingen maakte me zo beschaamd en onzeker. Nu kan ik zien dat ze weinig met mij te maken hebben. Deze oordelen komen, in de taal van positieve desintegratie, vanuit het perspectief van primaire integratie. Voor deze mensen zijn creativiteit en kunst slechts strategieën om te voorzien in behoeften van eigenbelang, zoals erkenning of roem.

Door de jaren heen heb ik mezelf leren zien en waarderen voor de persoon die ik ben. Daardoor heb ik nu minder behoefte aan validatie en erkenning van anderen. Door verbinding te maken met mijn innerlijke kompas en mijn eigen creatieve pad te kiezen, verdween geleidelijk aan mijn rusteloosheid. Sinds een paar jaar voel ik me tot mijn verbazing nu meestal kalm, vredig en in balans.

In deze gemoedstoestand is mijn verlangen om te creëren echter niet meer zo sterk als vroeger. Ik beschouw het als een belangrijke overwinning dat ik niet meer creëer om erkenning te krijgen, maar de afwezigheid van innerlijke conflicten heeft er ook voor gezorgd dat de impuls die mij ertoe aanzette om te creëren, verdwijnt. Omdat mijn emoties niet langer overweldigend zijn, heb ik veel minder behoefte om mijn emoties te reguleren door muziek te maken. Zingen geeft me niet meer hetzelfde gevoel van voldoening zoals vroeger. Ik identificeer me zelfs niet eens meer echt met het zijn van een ‘artiest’ of ‘muzikant’, en kan me dagenlang compleet voelen zonder de noodzaak te ervaren om muziek te maken of te componeren.

In het begin was ik in verwarring gebracht – zelfs bezorgd – door deze ontwikkeling. Op een bepaalde manier voelt het alsof ik iets ben kwijtgeraakt. Maar terwijl ik aan het uitvogelen was wat er met mijn creativiteit was gebeurd, kwam ik dit citaat van Dabrowski tegen:

 “The creative instinct, per se, does not usually contain hierarchical, evaluative elements. It is only the coupling of this instinct with other higher level dynamisms that links it with the need to develop an autonomous personality and its ideal. In such circumstances the creative instinct usually becomes “introverted,” less “self-confident,” less dramatically externalized, less manifested to impress other people. Instead it appears as a more hidden, more dependent, more “modest” factor subordinated to the forces of the growing personality and its ideal and the self-perfection instinct.” (Dabrowski, Kawczak en Sochanska, 1973)

Dabrowski’s inzicht maakte ineens alles duidelijk. Toen ik mezelf opnieuw uitvond als creatieve muzikant kreeg ik de kans om op te treden, te reizen en geweldige mensen van over de hele wereld te ontmoeten die ik nooit zou hebben ontmoet als ik geen muziek maakte. Dankzij deze mensen heb ik diepgaande, transformerende ervaringen gehad. Ze deden me iets belangrijks beseffen: namelijk dat het niet zozeer de muziek is, maar de verbinding met anderen die deze ervaringen in de eerste plaats zo betekenisvol maakt. Mijn creativiteit is een middel om anderen te ontmoeten en me met hen te verbinden, en dankzij hen ervaar ik vele mogelijkheden voor persoonlijke groei.

Een opening naar de toekomst

Ik zie mijn creatieve instinct nu als een katalysator voor mijn ontwikkeling als persoon. Het heeft kernwaarden boven tafel gebracht zoals verbinding, bewustzijn, autonomie, authenticiteit en compassie. Bovendien begrijp ik nu dat creatief leven zoveel meer omvat dan kunst maken: het komt net zo goed tot uiting in activiteiten als koken, tuinieren, mensen begeleiden en ondernemer zijn. Begrijp me niet verkeerd, ik geniet nog steeds erg van muziek maken. Maar ik voel niet meer de urgentie om puur te creëren voor zelfexpressie – om mijn overtollige emoties los te laten op het universum.

Tegenwoordig voel ik me het meest energiek als mijn creativiteit de hierboven genoemde waarden kan dienen. Zo ben ik vorig jaar begonnen met het schrijven van muziek voor een reeks niet-conventionele geleide meditaties. Ik heb een lied geschreven en geproduceerd over hoe we niet goed voor onze aarde zorgen. Ik nam het nummer op afstand op met collegamuzikanten in Mexico, om verbonden en geïnspireerd te blijven tijdens de lockdown. Ik besloot de opbrengst van dit nummer te doneren aan de Nederlandse rechtszaak tegen Shell om hen verantwoordelijk te houden voor klimaatverandering.

Als ik nu terugkijk, had ik nooit gedacht dat dit mijn creatieve reis zou kunnen zijn. In het begin gebruikte ik creativiteit als strategie om aan mijn tekortkomingen te voldoen. Later ontwikkelde het zich tot een middel om mezelf te leren kennen, om mijn identiteit te vinden en vorm te geven, om emoties te ventileren. Momenteel zoek ik naar manieren om mijn creativiteit in te zetten voor doelen die groter zijn dan mijzelf. Ik heb nu nog geen idee wat mijn volgende creatieve fase zal zijn, of waar het me zal brengen. Maar ik sta ervoor open, en kijk uit naar wat de toekomst te brengen heeft op dit gebied.

Laura Stavinoha. Copyright: Tim Hillege Photography
Foto: Tim Hillege Photography