Fabel: Uiteenvallen Omarmen

De woelmuis wilde. Dat willen was in hem ontwaakt toen de uil op een dag aan de dieren op de grote open plek had gevraagd: ‘Wat wil je?’

De woelmuis ontdekte toen dat hij iets te willen had, al wist hij nog niet hoe en wat, waarheen en waartoe. Alleen dat het bewegen op muziek van het lieveheersbeestje hem diep raakte en iets in hem aan het kriebelen bracht.

Inspiratie, observeerde de uil en had de giraf ook al bedacht. Dat woord zei de woelmuis niets, die voelde alleen de tinteling.

Toen de woelmuis dat voorjaar op het feest van de magnolia weer zijn pirouette wervelde met de marmot, voelde hij wat zich een uitweg zocht. Het lieveheersbeestje had het ook gezien en had hem uitgenodigd om samen een mooie dans voor te bereiden voor de volgende Spelen.

En zo was het gekomen dat het lieveheersbeestje en de woelmuis vaak samen oefenden en de uil en de giraf daar graag naar keken. Ze zagen de inspiratie van de woelmuis groeien.

‘Als ik nou zo op je af ren,’ bedacht de woelmuis een volgend stukje aan hun dans, ‘dan kun jij zo om me heen vliegen en draaien we daarna een pirouette, die weer over gaat in …’

Het lieveheersbeestje gaf hem een dikke knuffel, zo leuk vond hij de ontluikende inspiratie van de woelmuis.

‘Fijn hè,’ zei het lieveheersbeestje, ‘om zo vrij te zijn’, want voor het lieveheersbeestje was het gevoel van vloeiende harmonie, de grootste vrijheid die hij bedenken kon.

‘Ja,’ zei de woelmuis, ‘heerlijk! Maar ik ben er nog niet. Het stokt nog zo vaak. Dan ben ik aan het struikelen, botsen, haperen; weet ik niet wat ik wil, welke weg … Ik wil zo graag één lange vloeiende beweging waarin alles natuurlijk van het één in het ander overloopt steeds maar door zonder horten en stoten.’

‘O’, zei het lieveheersbeestje, die dat even op zich moest laten inwerken want er was iets mee, maar wat? Horten en stoten, ja, maar ook dát kon toch vloeien?

‘Misschien’, zei de giraf, ‘ervaart het lieveheersbeestje het uiteenvallen en de stukjes dan weer op een nieuwe manier bij elkaar rapen wel als onderdeel van de vloeiing, terwijl de woelmuis nog denkt dat het oponthoud is, een blokkade die het doorstromen onderbreekt.’

‘Ja,’ zei het lieveheersbeestje, ‘want het gaat altijd met vallen en opstaan, met wijfelen waarheen en wegen wat je werkelijk wil. Dat hoort er nou eenmaal bij. Als je dat omarmt, dan hou je toch de boel ook bij elkaar als het uiteenvalt.’

‘Innerlijke conflicten’, wist de uil er woorden voor, ‘als groeikrachten voor je ontwikkelingspotentieel.’

‘Jaja’, zei de woelmuis, die dit met zijn hoofd niet begreep, maar verder in zijn lijf wel aanvoelde dat zijn beweging groeiend was in vloeiendheid.

 

Over de auteur

Fenna: Tijdens coaching gedurende een burn-out, vond ik mijn weg terug naar het schrijven. Nadat de intensieve één-op-één coaching niet meer nodig was, bleef ik studiedagen bezoeken want het gedachtegoed van Dabrowski interesseert me en heeft me veel gebracht. Op een keer in de trein terug naar huis, rolde deze fabel uit mijn pen. Ik vind het heerlijk om in een op het eerste gezicht simpel dierenverhaaltje, toch ook mijn kijk mee te geven op de menselijke psyche en op hoe het reilt en zeilt in de maatschappij. Dat is so-wie-so mijn thema, ook in de Reflecties die ik schrijf. Dan is het meer poëtisch proza waarin ik juist heel concreet wil zijn; klank en ritme geven dan extra verdieping(en) mee.

Bovenstaande fabel staat nog niet in Fenna’s boek, maar wel op haar website, met nog wat meer informatie over de inspiratie voor deze dierenkarakters. Dit is de link naar het overzicht van haar fabels. Als deze fabel niet meer bovenaan staat, dan even doorscrollen naar onder, of gewoon een andere gaan lezen :-). Ook kun je bovenaan meestal doorklikken naar de versie in het Engels, en het dus aan buitenlandse contacten laten lezen.

Fenna Smilde (1960) schrijft op haar website www.femmka.net over wat haar bezighoudt in de vorm van Reflecties (praatje bij een plaatje in poëtisch proza) en ook Fabels (dierenverhaaltjes die mens & maatschappij spiegelen). Najaar 2018 verschenen de eerste 30 fabels in haar tweetalige boek: Hoe het zo gekomen is / How it all came to be (Boekscout, Bol-com)