Het Ideaal en Inspiratie

In de theorie van positieve desintegratie beschrijft Dabrowski hoe een persoon met toenemende mate in zijn persoonlijke ontwikkeling gemotiveerd wordt door een ideaal. In de theorie is dit ideaal een zogeheten dynamisme: een innerlijke, mentaal-emotionele groeikracht. Dit dynamisme, het persoonlijkheidsideaal, organiseert de groei richting Persoonlijkheid. Met toenemende mate wordt een waardenhierarchie richtinggevend en doorslaggevend in gedrag, de omgang met anderen, keuzes, zelfzorg…

De waarden die de persoon in de ontwikkeling heeft herkend als waarachtig, vormen de doorleefde toetssteen voor het daadwerkelijk leven van het ideaal, via actie en in verbinding.

Omdat ik een avond over inspiratie organiseer, reflecteer ik deze dagen intensief op hoe inspiratie en het ideaal samenhangen binnen persoonlijke ontwikkeling. Zo kan een ander persoon en de deugden die hij of zij laat zien, een sterke indruk op mij hebben, en mij inspireren tot het ontwikkelen van een gelijke deugd. Ik denk bijvoorbeeld aan vrijgevigheid, vriendschappelijkheid of vergevingsgezindheid. lle drie zijn het kwaliteiten die een goede vriendin intens laat zien, ook op momenten en in situaties waarin ik bij mezelf kleinzerigheid, egoïsme en verwarring opmerk, ter plekke of voorgesteld. Haar gehele uitstraling en doen en laten zijn op deze (voor mij beladen) momenten licht, open en hartelijk, waarbij ze actief haar dierbaren en onbekenden het allerbeste toewenst. Ook als hetgeen ze steunt haar zekerheden kan doen wankelen.

Oprecht een schoonheid om zoiets te mogen ervaren, zo’n uiting van persoonlijkheid. De schoonheid wil ik oprecht graag in mij opnemen: erdoor geïnspireerd raken, zachtmoedig én gericht eigen maken.

In zekere zin laat de vriendin op deze momenten de verwezenlijking van een ideaal zien, al bedoel ik haar hiermee niet op een podium te plaatsen.

Het gaat vooraleer om een actieve, dáádwerkelijke uiting van kwaliteiten en deugden. Bovendien zijn het vaak kleine gebaren: een blik, de intonatie, het zwijgen of het principieel zijn waar ik neig tot sociale aanpassing, ook als ik daarmee mijn eigenlijke waarden (wat ik ervaar als het juiste, goede, en mooie) neig te negeren. In haar nabijheid bemerk ik de inspiratie letterlijk op: ik kalmeer, voel mij steviger worden en ‘wortel’ meer in mijn eigenlijke waarden. Dat is welhaast ironisch: in haar nabijheid pas ik mij moeiteloos aan haar en “mijn” eigenlijke waarden aan! Zo is aanpassing óók een groeikracht.

Als mensen ‘delen’ we bewustzijn en daarmee ieders ‘eigen’ bewustwording.

Door de ervaringen die ik opdoe binnen het contact probeer ik de opgedane inspiratie ook buiten de directe nabijheid tot de vriendin te leven, voelen en uiten. Kan ik dít bewustzijn ook elders organiseren? Ik sta bewust stil bij wat ik nu zo ontspannend “juist” vind aan hoe zij naar mijn idee en ervaring in het leven staat, hoe zij op mij overkomt. Ik probeer deze ervaring binnenin mezelf te lokaliseren en de kwaliteit van de ervaring te herkennen, opdat ik deze vaker kan aanspreken en kan intensiveren door er ook mee te oefenen als ik niet in haar nabijheid ben. Zo leer ik de condities kennen waarbinnen ik ook zo’n attitude leef (en wellicht voorleef). Zodoende bemerk ik een ontwikkeling op: op vergelijkbare maar ook duidelijk andere wijze toon ik meer vriendschappelijkheid op momenten dat er ook rigide verkramping in mij kan ontstaan. Ik merk op dat het wilsbekwaamheid vraagt, in deze fase van de ontwikkeling althans. De inspiratie in het contact met de vriendin is ondersteunend en zorgvuldig voedend, het herinnert mij eraan dat hetgeen ik als ideaal zie ook werkelijk mogelijk is in daad en woord en het gaat gepaard met positief affect en precieze verbeelding.

Zo kan het ook, zo kan je ook met elkaar omgaan en laat dit nu levendig overeenkomen met hoe ik ten diepste ervaar in het leven te willen staan. Ja, deze vriendin is een actieve inspirator, omgang met haar moedigt in mij iets hoogstpersoonlijk aan en voedt tegelijkertijd de dankbaarheid voor het mogen ervaren van deze inspiratiebron. Wat zeg ik? Van deze vriendschap!

Het ontwikkelen van een gelijke deugd is met name het leren kennen en herkennen van een ervaring binnenin mezelf. Een ervaring die uit een valt in verschillende mentale, fysieke en emotionele processen. Dat het mogelijk is zó in het leven te staan, ook als dit initieel slechts ‘even’ lukt, dát is inspirerend en motiveert tot nadere ontwikkeling.