Onrust richting en over het zelf: een groeikracht uit de TPD

In de theorie van positieve desintegratie beschrijft Dabrowski op elk ontwikkelniveau een constellatie van intrapyschische groeikrachten (dynamismen).

“Onrust richting en over het zelf” is een dynamisme dat op het ontwikkelniveau ‘eenlagige desintegratie’ is geconceptualiseerd.
Deze groeikracht betreft rusteloosheid die samengaat met een ontwikkelgerichte attitude van het individu richting de eigen psychologische groei. Ofwel, rusteloosheid krijgt hier een positieve, als in ontwikkelgerichte betekenis.

Deze vorm van onrust is volgens Dabrowski significant of zelfs totaal anders dan onrust die ontstaat uit zorgen over de eigen veiligheid binnen de omgeving. Deze laatste vorm van rusteloosheid betreft namelijk een survival-reactie, onrust richting het zelf als groeikracht is een expressie van de ontwikkeling van het innerlijk psychisch milieu, de innerlijke leefomgeving als typerend kernmerk van meerlagige desintegratie en positieve desintegratie.

Rusteloosheid richting en over het zelf is dus een dynamisme die de eerste ontwikkelingen van het innerlijke psychische milieu en het zelfbewustzijn reflecteert. De ervaren, persoonlijke verantwoordelijkheid voor de emotionele, sociale en morele ontwikkeling is nauw verbonden met dit dynamisme. De sensitiviteit richting het verantwoordelijkheidsgevoel neemt namelijk toe naarmate het individu merkt dat de groei van persoonlijkheid actueel ontoereikend is. Ontoereikend in het licht van ‘wat er zou kunnen en horen’, volgens de in ontwikkeling zijnde waarden-hierarchie. Dit begrip en deze visie resulteren in en worden gekenmerkt door rusteloosheid over en richting het zelf, een zekere motor achter verdere ontwikkeling en het ontstaan van andere intrapsychische groeikrachten.

De onrust richting en over het zelf lijkt qua vormende invloed op persoonlijkheidsontwikkeling op de groeikracht “verbazing tot en over het zelf”. Verbazing en onrust richting en over het zelf zijn beide creatieve, scheppende groeikrachten in de primaire fase van Dabrowskiaanse ontwikkeling. Het zijn groeikrachten reflectief voor en verwijzend naar de groei van gedifferentieerde gevoelens, groei van interpersoonlijke en andere vormen van intelligentie, expansie van bewustzijn. Bewustwording signaleert als het ware via onrust dat de actuele, mentale activiteiten onvoldoende ontwikkeld zijn in het omgaan met en reageren op externe stimuli. Deze bewustwording gaat tevens samen met een richtingsgevoel op een hoger (of: dieper) niveau, de eerste suggesties van meerlagigheid. Neigingen in gedrag, denken, voelen…die niet gestabiliseerd en van een hoger niveau zijn, worden bewust door het individu opgemerkt. Potentie tot psychologische groei wordt bewuster waargenomen, ontwikkeling wordt als potentie en als wenselijk ervaren. De eerste fase van onderscheid tussen wat “meer mezelf” en “minder mezelf” is, wordt zodoende gemaakt, hoewel de prioritering en richting van ontwikkeling in deze periode van groei nog niet helder en stevig is. De dynamiek van hierarchizatie, die op het ontwikkelniveau van meerlagige desintegratie verder tot bloei komt, begint te groeien. Deze dynamiek is oelbaar en kenbaar als onder andere rusteloosheid richting en over het zelf.

(Bron: Dynamics of Concept, pagina 35, Kazimierz Dabrowski)