Schuldgevoelens

Binnen de ontwikkeling die in de theorie van positieve desintegratie uit een gezet is, maken schuldgevoelens deel uit van de positieve groeidynamiek. Binnen de TPD krijgen schuldgevoelens dus een potentieel, positieve, als in ontwikkelgerichte betekenis. Via onderstaande omschrijving belicht ik op metaforische wijze een deel van de ontwikkeling die er middels en ten aanzien van schuldgevoelens mogelijk is, of tenminste welke opvatting inzichtelijk, positief stimulerend en waarderend kan zijn;

Schuldgevoelens. Een innerlijke verstrikking. Ze jagen je op, ze leggen beslag op je plezier, ze beperken je bewegingsvrijheid. Dankzij schuldgevoelens heb je een hekel aan het werkwoord ‘moeten’ gekregen. Relaties lijken verdomd te mislukken, vroeg of laat duikt er een schuldcomplex op en bestaat de relatie die eerder blonk van wederkerige inspiratie uit het nauwkeurig wegen van je achterstand en het je met regelmaat beklagen over de voltrokken rampscenario’s en opgedane tekorten. Elke ontmoeting wordt een confrontatie met je plichten, elk gesprek een herinnering aan je onkunde of het in gebreken blijven. In deze hoedanigheid ben je er nooit helemaal bij, met een been in ’t verleden en de andere in de toekomst.

Sterker nog.
Het zijn de schuldgevoelens die nergens toe dienen en toch aan de wieg staan van al jouw falen. Leed je niet onder de schuldgevoelens, dan had je je zaakjes wél voor elkaar kregen, dan viel er met het herhaaldelijk beroep op je zelfbewustzijn te leven.
Je bent overtuigd van je goede intenties, maar de praktijk lijkt een slap aftreksel van je waarden. Conflicten vermijden ontwikkel je tot expertise. Omgang ga je schrikachtig uit de weg, ontmoetingen zijn zakelijk geïnitieerd en relaties verarmen per ommegaande. Elke vorm van rijkdom boezemt je angst in, intimiteit is qua ervaren een aandoening. Je omgeving vermoedt een depressie, jij voelt je belast met een noodzakelijke verandering die noodgedwongen onmogelijk lijkt.

Na verloop van tijd ontwikkelt er zich een ongebreideld cynisme in je, je voelt je er door overmant en zwelgt er tegelijkertijd enigszins zaligmakend in. Dit is telkens van korte duur, geveinsde onbreekbaarheid. Het cynisme breekt je ook op en de ogenschijnlijke cohesie, blijkt oneindig te desintegreren. Passieve agressie is geen vermogen dat je als staat langdurig volhoudt, sarcastisch doe je beklag over je gebrek aan emotionele conditie.

Waar je eerder steevast een beroep deed op je welwillendheid tot begrip en hulp, je altijd klaar stond om via enig welk handelen jou chronisch tekortschieten te vergoeilijken via onmiddelijke redding, transformeert je enthousiaste, energieke houding via beklag en diep falen naar ongeloof en afstoten. Je had zulke grootse plannen, maar het leven toont jou dat je niet bekwaam bent voor hetgeen je begeertevol in petto had. Je gooit er met de pet naar, de erfzonde bleek ondragelijk, de diepe roeping tot vooruitgang was geworteld in een onwrikbare afwijzing van jouw goedheid.

Het slaat, vind je, toch ook helemaal nergens op. De waarden die eerder hoogtij vierden en jou een kompas tot dienen en scheppen boden, vormen nu een referentie voor zwartgallige ironie en nog vaker sombere onverschilligheid. De last bleek te groot, je rechtvaardigheidsgevoelen bleken te intens, je leed onder je eigen gevoeligheid en de resultante is een vreselijke, vleselijke afname van je sensitiviteit.
Het leven is niet eens meer een kosmische grap, zelfs paradoxen kunnen je niet meer bekoren, de mens is tot mislukken gedoemd en het geloof sijpelt met elke ademteug uit je weg.

“ik ben een cynist”, spreek je stellig uit. Ik ben een cynist geworden, zoveel is er van mijn lange zoektocht terechtgekomen, kun je het geloven? Het is waanzinnig, het slaat werkelijk waar nergens op. Waartoe dient deze idioterie zich? Het maakt allemaal niet uit, het is een doffe ellende, ik heb me muf gevochten, zelfs mijn allerbeste weten dient geen goede zaak. Ik weet het gewoonweg niet meer. Ik weet het niet!

Nog even verzet je je tegen het cynisme, in de waan dat het cynisme hieruit spreekt. Schuldgevoelens laaien een laatste keer op, op dwangmatige toon en met een wanhopige blik kijk je jouw toehoorder smekend aan “is er dan werkelijk niets wat ik goed kan doen, ik heb zó mijn best gedaan, wat had ik anders moeten doen, zeg het me!”

De blik naar buiten gericht, schijnt de wereld je in al zijn leegte vol ornaat tegemoet. Een verstikkende zwarte hoeveelheid nikszeggends spiegelt je wanhoop.

In de stilte die aanhoudend volgt, schieten je gedachten alle kanten op, leunt je cognitie op je emotionele onzekerheid, kenbaar aan de zelfgenererende, helaas niet zelflimiterende twijfels. Zeg iets, doe iets, verzucht dan toch!
Je raakt bij overmaat van ramp ongevoelig voor de schuldgevoelens en zo lijken relaties niet alleen gedoemd te mislukken maar op voorhand al onmogelijk. De substantie en het recept van relaties, de onmisbare ingredienten, de schuldgevoelens, ze zijn je uit de handen geglipt, buiten bereik beland, uitmondend in the worst case scenario. Doorgewinterd cynisme.

De strijd geef je op, zelfs een depressie lijkt je te veel moeite, je streeft af op verlatenheid, van het soort dat loyaal als een hond is. Cynisch dat je bent, is je moment van vreugde de herkenning van de onbetaalde schuld bij anderen. Je ziet ze stoeien, en wenst ze het genot van de resignatie. Het wordt nooit meer wat en dit weten is je troost.

Langzaamaan begint het steeds stiller in je te worden. Het gevecht van eerder schijnt je idioot toe. Waartoe dient het, welke weerklank vond het. Het was een droom, concludeer je. Bij bewustzijn sliep je en meende je dit ongevraagde bestaan te kunnen rechtvaardigen door je omgeving van jouw goedheid te overtuigen. Het Nu ontglipte je bij het rechttrekkend uitspreken van een verleden dat volgens de ander nooit had bestaan.

En dan slaat het noodlot toe. Voorbij de schuldgevoelens, losgeweekt van het cynisme, dwars door een zelf-opslorpend zwart gat, word je lichtgevoelig en al blootgesteld aan een inzicht. Ontzien heeft geen zin, je geweten is rapper dan je bijhouden kon.

Onder elke cynist leeft een teleurgestelde idealist.

Die eerder afgestoten paradoxen worden tot een synthese omgezet, de alchemie doet zijn werk, je begint een vertrouwdheid op te merken die eerst naargeestig en vervolgens verleidelijk intrigerend doet vermoeden dat zelfs schuldgevoelens hun waarde hebben.

Hoe is het mogelijk? Verbazing luidt de volgende fase-wisseling in.

Schuldgevoelens, of ze nu leiden tot een doorbakken cynist of een stuiterende idealist, vormden een baken van onrust. Vond je.
Hoezo? Schuldgevoelens, wiens bewaarheding afhankelijk is van externe normen, vormen een debacle. Ja, observeer je ontzet, maar het kan toch niet zo eendimensionaal zijn, er is méér te verhalen, dat weet je na de gevoel-onterende reis die je door niemand-anders-land ondernomen hebt, de reis die belandde in leegte en resignatie en vervormde tot een avontuur waar je je nu verlangend naar innerlijke conflicten op stort.

Je bent duidelijk weer in roering, je durft zelfs weer op onderzoek, naar een zelf zonder conceptueel centrum, naar een ervaring, zelfs een waar de condities van schuldgevoelens in opleven. Bewustzijn, je snakt naar bewustzijn.

Je begeeft je onder de mensen, zoekt bekende en onbekende omgevingen op, maakt zelfs weer afspraken, komt ze soms wel en soms niet na. Je toetst, voelt, ondergaat en voelt je, kortstondig maar fel herkenbaar, schuldig. Bewustzijn komt je schroksgewijs maar verrassend nieuw tegemoet.

Inzichten in een eerder panikerende diepte die je blind las als jouw hoogtevrees.

Schuld, die je voelt als erkenning van jouw kompas, stemt je intuitie scherp, opdat je in de toekomst nauwkeuriger kan voorspellen welke wegen wel en niet te kennen.
Schuldgevoelens die erop gericht zijn een nijpend, in ’t verleden opgedaan te kort te compenseren, stemmen je intuitie niet zo scherp, ze overschreeuwen helderheid en geven je overzinnige vraagstukken te overdenken.

Je speelt met het begrip dat nog in de te krappe maar trappelende kinderschoenen staat. Hoe kan je gedachten afstemmen op je ervaring, hoe kan je de nuances tot solide en stevig begrip omvormen?

De cynist is de persoon die niet meer gelooft in de zin van schuldgevoelens, de idealist is de persoon die angstig vasthoudt aan schuldgevoelens als ankerpunt van zijn bewustzijn. Beide zijn angstgedreven persona in een persoon, die heen en weer schommelt tussen solistisch en oververmoeid teruggetrokken zijn en vanuit negatief affect de omgeving scannend, wanstaltig afhankelijk van een bevestiging en goedkeuring. Ja, jij mag ook bestaan, ja, je hoort erbij. De scan die de muur vormt voor het bewustzijn dat je er altijd al bij hoorde.

De ironie lonkt weer eventjes, je zou je wel even willen laten verleiden door de gedistingeerde afstand en het onderscheidend vermogen van de toeschouwer, maar het leven vraagt je om participatie en de uitnodiging is te eigen om te kunnen weigeren.

Je spreekt je opnieuw, niet als oordeel, maar als begrip uit. Niemand die luistert, behalve jij. Alles om je heen echoot, niemand hoeft te bevestigen, zelfs verontruste blikken vormen een inkijkje in je interne, ontpoppende weten.

Er is niets mis met schuldgevoelens, al is de mogelijkheidsvoorwaarde voor hun zeggenschap wél, dat je ernaar luistert als slimme, emotionele aanpassing die zich ook intern bij jou voltrekt en je in de toekomst afstemt op je waarden en omgeving. Je hoeft niet uit schuldgevoelens te handelen, zoals je schuldgevoelens ook niet als krakkemikkig, lomp en ongevoelig of hypersensitief hoeft af te wijzen.

Luister naar ze en geef ze de tijd deel uit te maken van een veel groter, rijker, beweeglijker en fit emotioneel repertoire, een mix aan emotionele potentie die de broedplaats van je intuitie vormt.

Juist als je schuldgevoelens de kans geeft te bestaan als aanpassing op je interne psychische omgeving, niets standvastig of definiërend conceptueel maar hoogst vormloos en beweegrijk, vormen ze een van de vele bewegingen die deel uitmaken van je bewegingsvrijheid. Niet als dé basis, zoals er ook niet zoiets bestaat als het psychologische, ronde (helemaal-afgerond-en-klaar-voor-productie) type Dé cynist of Dé idealist.

Schuldgevoelens vertellen vaak veel, zijn cognitief intens, ratelen soms en zijn piekerprestaties.

Kijk eens of je ruimte kunt maken voor deze interne dialoog, en rond het gesprek vriendelijk af als herhaling en verwijten de boventoon gaan voeren. Schuldgevoelens die vervallen in rock bottom repulsies zeggen tussen de lijnen door toe te zijn aan rust, relativering en afleiding.

Doe schuldgevoelens de warme groeten en stem jezelf ontwikkelgericht af door je positief aan te passen op een verrassend effectief emotioneel systeem, includerend je cognitieve capaciteiten, om je in te laten voelen en te laten ontdekken welke waarden je hebt en belangrijk vindt en welke je waar maakt, welke je waar wilt maken.

Wil je advies over wat je van belang vindt, hoe relaties voor jou vorm hebben en houden? Luister naar schuldgevoelens, niet direct en abrupt via al je doen en laten, luíster echt – niets meer, niets minder. Zie schuldgevoelens als potentie tot verantwoordelijkheid, maar blaas de kern niet op tot levensgids. Niet alles is schuld, niet alles is goedmakerij: schuldgevoelens voorbij goed of kwaad impliceren de waarde van de middenweg zonder de benadrukking van de enige weg. Wandel even met de schuldgevoelens op en laat ze los als ze gezien en gehoord zijn, als je weten en voelen geen omscheppend daveren op je vesting meer vormen en ook geen zachte bemoediging van je intuïtie meer bieden.

De alchemie van verantwoordelijkheid vraagt meer dan schuldgevoelens om tot een succesvolle veredeling te komen. Met alles wat geen schuld draagt, interesseer je voor de schuldgevoelens. Zelfbewustzijn is geen gedwongen nood tot zelf-lozen, maar de potentie tot verbinding en expressie, het concept Zelf via de verbinding en expressie verfijnd tot waarde. Je houd je aan je woord, per daad.