Ontwikkelniveaus

Wat betekent meerlagigheid?

Dabrowski heeft in zijn leven wereldoorlog I en II van dichtbij meegemaakt. Hierdoor was hij getuige van zowel het meest gruwelijke als meest compassievolle menselijke gedrag. Geen theorie kon deze uitersten verklaren en hij raakte ervan overtuigd dat binnen een verklaring rekening gehouden moet worden met de meerlagigheid van de menselijke hersenen en psyche. Hiermee verwijst hij naar de reflexmatige, evolutionair meer oude structuren en naar de juist meer complexe, wilsbekwame structuren van het menselijk brein. Een en dezelfde motivatie, zoals zelfbehoud, kan zich enerzijds uiten in een reflex zoals fysiek geweld en anderzijds openbaren in complex invoelend en overwogen gedrag op basis van waarden. Lagere hersenstructuren worden binnen Dabrowski’s visie bij succesvolle persoonlijkheidsontwikkeling ingelijfd door hogere hersenstructuren. Primitief gedrag is niet disfunctioneel en hoeft niet ontkend te worden. Ontwikkeling houdt echter in dat primitieve motivaties meer in harmonie worden gebracht met hogere motivaties.

Meerlagigheid verwijst ook naar het tegelijkertijd voorkomen van gedrag en ervaringen zoals beschreven op verschillende lagen in de theorie. Die ervaringen gaan gepaard met innerlijke conflicten, die een individu opnieuw stimuleren om verder te groeien en een laag onder controle van een volgende laag te krijgen.

 

Verschillende ontwikkellagen en groeidynamiek

Dabrowski beschrijft vijf lagen van ontwikkeling.

  1. Primaire integratie
  2. Eenlagige desintegratie
  3. Spontane meerlagige desintegratie
  4. Georganiseerde meerlagige desintegratie
  5. Secundaire integratie

Een paar extra aandachtspunten bij de interpretatie van de ontwikkellagen:

Het is niet zo dat je eén laag als het ware volbrengt om vervolgens een volgende laag te ‘ontgrendelen’ (als was het een videogame).

Centraal in de theorie staat het idee van meerlagigheid. Een persoon in ontwikkeling laat kenmerken van verschillende lagen zien. Bovendien is er ook sprake van groeidynamiek in de overgang tussen lagen. De beschrijving van de groeidynamiek in de lagen kan gezien worden als een verhelderend model. De beschreven processen laten ruimte voor individuele ervaring en verklaren niet zelden zeer subtiele ervaringen.

Ondanks dat op elke laag andere groeikrachten worden beschreven, was Dabrowski er heel duidelijk over dat deze niveaus naast elkaar kunnen bestaan. Ze zijn dan wel  in conflict met elkaar: gedachten en gedragingen, maar ook verschillende manifestaties van emoties kunnen met elkaar conflicteren. De meerlagigheid en de conflicten die daarmee gepaard gaan worden duidelijk als we een bepaalde waarde vanuit de verschillende lagen bekijken. De kwaliteit van het begrip liefde is bijvoorbeeld op elke laag anders. De manifestatie van de waarde liefde op laag I conflicteert bijvoorbeeld met de manifestatie van liefde op laag III. Op laag I zien we mogelijkerwijs egocentrisch claimen van aandacht, op laag III zien we toegenomen mededogen van wie de ander als eigen persoon is, een beginnende verwondering en groeiend respect richting de ander.

Dit meerlagige conflict lost op wanneer één van de beschreven structuren wordt geëlimineerd of een laag onder volledige controle van een andere laag valt. Deze groei(dynamiek) is een voortgaande beweging tussen verschillende gedachten, emoties, motivaties en innerlijke drijfveren, die al dan niet uitmondt in een functioneren op (volgens Dabrowski’s visie) een volgende laag, kenmerkend voor een eigen hiërarchie van waarden.