De intellectuele overprikkelbaarheid wordt gekenmerkt door een voorliefde voor denken. Dit uit zich in leerhonger en verschilt daarmee van intelligentie of het vermogen tot denken. Er is eerder sprake van een sterke ‘wil tot weten’. Soms zijn er intensieve gedachtestromen, een grote wil om onderliggende redenen te begrijpen. De interesse in theorie, kennis, abstractie en probleemoplossing is vaak groot. Onder spanning kan deze overprikkelbaarheid samengaan met eindeloos argumenteren, sterk rationaliseren of intellectualiseren. De persoon vindt het soms moeilijk om intellectuele passies los te laten en is continu op zoek naar nieuwe invalshoeken en geschikte gesprekspartners. Enthousiasme voor ontdekking, onderzoeken en bevragen is vaak erg groot. De persoon heeft mogelijk plezier in het maken van puzzels, schrijft graag en neemt antwoorden niet zomaar voor waar aan.
In meerlagige ontwikkeling zal deze overprikkelbaarheid ontwikkelen naar beoefende metacognitie, een bewust onderzocht wereldbeeld en kritisch zelfbewustzijn, de versteviging en erkenning van intuïtie, een heldere waardehiërarchie, holistisch en analytisch denkvermogen en zowel een scherpzinnig als zachtmoedig oordeelvermogen.