De psychomotorische overprikkelbaarheid wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid beschikbare fysieke energie. Dit kan gepaard gaan met rusteloosheid, nervositeit, een voorliefde voor bewegen, snel (soms compulsief) praten en een druk tot handelen en organiseren. De grote focus op het ‘doen’ kan leiden tot onnauwkeurig werk maar is ook een een bron van motivatie voor het aangaan van nieuwe uitdagingen en projecten. Sport, actieve kunstvormen en spel hebben vaak een voorkeur. Bij emotionele spanning kan de persoon door een ander heen praten, druk gaan opleggen om tot actie over te gaan of anderszins agressief reageren.
In meerlagigheid zal de psychomotorische overprikkelbaarheid ontwikkelen naar een op groei gerichte integratie met andere overprikkelbaarheden. Het zogenoemde exces aan energie wordt essentieel onderdeel van de vormingskracht van de persoon. De persoon leert actief te organiseren, is vertrouwd met het eigen handelingsvermogen, is lichaamsbewust en zet de energie en bewegingsdrang in voor de verwezenlijking van wat hij of zij emotioneel, relationeel, intellectueel en verbeeldend als waarachtig en waardevol ervaart.