De theorie van de overexcitabilities van Kazimierz Dabrowski (door Josh Moll – Mixed Media)
Inleiding
De emotionele intensiteit en de overweldigende energie van hoogbegaafde kinderen kan moeilijk over het hoofd gezien worden, vooral niet door hun ouders. De ervaringen en mogelijkheden van deze kinderen verschillen van die van de kinderen die zich op een meer standaard manier ontwikkelen. Naast de hoger ontwikkelde intellectuele vaardigheden en speciale talenten hebben deze kinderen ook een speciale manier waarop zij de wereld beschouwen, kwalitatief, kwantitatief of allebei tegelijk. Niet alleen het waarnemen van de wereld is anders, ook het verwerken van hun ervaringen loopt vaak anders, en dat maakt hoogbegaafde kinderen vaak intenser, sensitiever en ze schieten makkelijk in extreme gemoedstoestanden: heel erg gelukkig of vol wanhoop. In Nederland zijn deze eigenschappen echter niet in de standaardlijstjes met belangrijke kenmerken van hoogbegaafde kinderen opgenomen.
En hun gedrag, dat afwijkt van de norm, kan ook op veel onbegrip rekenen. Hun opwinding wordt gezien als excessief, hun niet stil kunnen zitten van opwinding wordt gezien als ADHD gedrag, hun eeuwig doorvragen wordt gezien als zeuren of als ondermijnen van de autoriteit, hun verbeeldingskracht wordt gezien als gebrek aan realiteitszin, hun passie wordt gezien als obsessief gedrag of syndroom van Asperger, hun sterke emoties worden gezien als kinderachtig en hun creatieve eigenzinnigheid wordt gezien als tegendraads.
Het is natuurlijk treurig dat iets exceptioneels, iets dat afwijkt van de norm, gezien wordt als abnormaal. En dat ‘abnormaal’ meestal iets slechts, iets irritants of iets negatiefs betekent, terwijl ‘normaal’ voor geaccepteerd of goed staat. Een hoogbegaafd kind, intensief en sensitief als het is, kan echter niet binnen de normen passen. Als het dat probeert, en elk hoogbegaafd kind doet dat in min of meerdere mate, ontkent het een belangrijk, bepalend deel van zichzelf.
We zijn gewend om te kijken naar de ontwikkeling van kinderen volgens het gebaande pad van baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene. Binnen deze ontwikkelingsfasen zijn er standaard gedragskenmerken gedefinieerd, waaraan kinderen min of meer moeten voldoen. Als het kind zich niet volgens deze standaarden ontwikkelt komt het al snel in een hulpverleningcircuit terecht. Het kind voldoet niet aan de norm. Hoogbegaafde kinderen maken echter vaak een heel eigen ontwikkeling door, die juist niet volgens de standaard verloopt, maar voor het individuele kind een gezonde, vanzelfsprekende ontwikkeling is. In Amerika hebben diverse psychologen, psychiaters, pedagogen en orthopedagogen onderzoek gedaan naar deze andere manier van ontwikkelen. Kazimierz Dabrowski is de grondlegger van een theorie die hoogbegaafde kinderen (en volwassenen) op een andere manier bekijkt.
Er liggen twee concepten ten grondslag van zijn theorie:
Het is vanzelfsprekend, dat ouders en leerkrachten van deze kinderen, regelmatig gefrustreerd raken in het omgaan met de intensiteit van een hoogbegaafd kind. Ze weten vaak niet hoe ze moeten reageren op de extreme reacties en gevoeligheden. Toch moet ons doel zijn om het Zelf van het kind te ondersteunen op de weg van de eigen ontwikkeling. Het kind moet niet gedwongen worden om zichzelf in te houden, maar moet wel leren om de uiting van zijn gevoelens aan te passen aan de omstandigheden.
Het is moeilijk om een hoogbegaafd kind te vinden zonder minstens één van de overexcitabilities. Ongelukkig genoeg is het wel zo dat hoe sterker één of meer overexcitabilities aanwezig zijn, hoe meer problemen men ermee krijgt in de omgeving, dat zich bijvoorbeeld uit in een moeilijke aansluiting bij leeftijdsgenoten of onbegrepen zijn door een leerkracht. Door meer begrip te ontwikkelen over de hoge prikkelgevoeligheid, die nu eenmaal een onverbrekelijk onderdeel is van de persoonlijkheid van het kind, komt er ruimte voor tolerantie of acceptatie en, hopelijk, zelfs appreciatie.
Psychomotorisch (lichamelijk)
Deze hoge prikkelgevoeligheid wordt vaak gezien bij kinderen met een hoog IQ. Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een hoog energie niveau. Het kan zich uiten door een grote beweeglijkheid, opgewondenheid, snel praten, impulsiviteit, lichamelijke onrust, bezig willen zijn, gedrevenheid, competitiviteit. Het gaat om de capaciteit actief en energiek te zijn.
Het is moeilijk voor deze kinderen om stil te zitten, en ook hun slaapbehoefte kan drastisch minder zijn dan die van leeftijdsgenoten.
Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door overdreven veel praten en kletsen; impulsieve acties, zenuwachtig gedrag (tics, nagelbijten, trommelen met de vingers), workaholic gedrag, de clown uit hangen.
De begeleiding van deze kinderen bestaat uit:
Zintuiglijk gevoelig vermogen, sensueel
Dit is een verhoogde pikkelgevoeligheid voor zintuiglijk en esthetisch vermogen . Het kan zich uiten door het sterk genieten van zintuiglijke waarnemingen, van schoonheid, beeldende kunst, literatuur, muziek, geluiden, kleur, vormen, verhoudingen, de natuur. Het kan zich ook uiten door een drang naar comfort en luxe, de behoefte om bewonderd te worden en in de schijnwerpers te staan of in een snelle geprikkeldheid van de huid (geen labeltje aan kleren kunnen verdragen, sokken binnenstebuiten willen, geen nauwsluitende kleding verdragen).
Kinderen met deze prikkelgevoeligheid hebben plezier in zien, ruiken, proeven, aanraken en horen; ze zijn verheugd en verrukt over mooie voorwerpen, over mooie woorden, over muziek, vormen en kleuren, harmonie en evenwicht.
Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door veel, lekker eten, al jong seksueel gretig zijn, behoefte aan funshopping, prinsessengedrag en heel veel aandacht willen.
De begeleiding van deze kinderen bestaat uit:
Intellectueel (intense activiteit van de geest)
Deze hoge prikkelgevoeligheid wordt is hét kenmerk van kinderen met een hoog IQ. Deze hoogbegaafde kinderen hebben vaak een neiging om diepgravende vragen te stellen, problemen op te lossen en te zoeken naar dé waarheid. Het kan zich uiten door alles te willen analyseren, gepreoccupeerd zijn door logica en theoretische problemen, een scherp observatievermogen, onafhankelijk denken, kritisch zijn, symbolisch denken, ontwikkelen van nieuwe ideeën en concepten, denken over het eigen denken.
Kinderen met deze prikkelgevoeligheid hebben een intellectuele honger: ze zijn onverzadigbaar nieuwsgierig, geconcentreerd, ze hebben een vermogen tot aanhoudende intellectuele inspanning, het zijn vaak gretige lezers, ze kunnen scherp observeren, zich dingen gedetailleerd herinneren, gedetailleerde plannen maken. Ze hebben vaak het vermogen tot zelfreflectie. Ze houden van denken over denken, ze hebben een liefde voor theorie en analyse, ze verdiepen zich in logica, in morele vraagstukken en introspectie .
Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door te kritisch zijn naar zichzelf en anderen, perfectionisme en betweterigheid. Tevens kan de focus op morele vraagstukken het kind tot wanhoop drijven door zijn hulpeloosheid.
De begeleiding van deze kinderen bestaat uit:
Verbeelding, voorstellingsvermogen
Dit is een verhoogde prikkelgevoeligheid van de verbeeldingskracht. Het kan zich uiten door frequent gebruik van beelden en metaforen in de taal, poëtisch taalgebruik, sterk vermogen tot gedetailleerde en levendige visualisaties, inventief en fantasievol zijn, snel wegdromen bij verveling, imaginaire vriendjes hebben, het leven dramatiseren, magisch en animistisch denken.
Verbeelding zorgt voor vreugde en creativiteit in het dagelijks leven en helpt bij de ontwikkeling van de intellectuele gaven. Einstein heeft gezegd: “Verbeeldingskracht is belangrijker dan kennis.“
Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door fantasie en werkelijkheid niet meer kunnen scheiden, leven in een schijnwereld, heftige dromen en zich dingen verbeelden.
De begeleiding van deze kinderen bestaat uit:
Emotioneel
De hoge prikkelgevoeligheid voor emoties is vaak de eerste van de prikkelgevoeligheden die ouders merken. Het verwijst naar de intensiteit en complexiteit van de emoties, naar andere dingen voelen dan anderen, naar zeer sterk aanvoelen wat de emoties van anderen zijn en zich ermee identificeren, hoogsensitief zijn.
Het kan zich uiten door het hebben van complexe gevoelens en emoties, een sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn, een sterk vermogen tot empathie, een sterke gehechtheid aan personen, dieren of plaatsen en een emotionele intensiteit en sensitiviteit voor bijzondere kenmerken in een situatie, die niet iedereen opvallen. Deze kinderen kunnen ook erg verlegen zijn en zijn zich sterk bewust van hun eigen gevoelens en hoe ze veranderen.
Bij emotionele spanning kan deze prikkelgevoeligheid zich uiten door psychosomatische klachten (buikpijn, hoofdpijn, slecht slapen, blozen, hartkloppingen, opvliegers, warm worden, zweethanden), het vasthouden aan gevoelsherinneringen van ervaringen in het verleden, veel bezig zijn met de dood, angstig zijn, depressieve gevoelens of last van depressie, een intens gevoel van eenzaamheid, last van schuldgevoelens en zelfs zelfmoordgedachten.
Deze kinderen kunnen heel extreem reageren (enthousiast, extatisch, euforisch, trots, schuldig, angstig) en krijgen vaak te horen dat ze zich niet zo moeten aanstellen. Hun mededogen en bezorgdheid voor anderen, hun focus de verbinding met anderen en de intensiteit van hun gevoelens zal regelmatig lastig zijn in het gewone leven en zal irritatie opwekken bij mensen die deze prikkelgevoeligheid niet begrijpen.
De begeleiding van deze kinderen bestaat uit:
De overexcitabilities, de hoge prikkelgevoeligheden, van hoogbegaafde kinderen zijn een wezenlijk en onverbrekelijk deel van hun persoonlijkheid, van hun ‘Zelf’. De expressie van de hoge prikkelgevoeligheid moeten we dus ook niet zien als gedrag waar we alleen maar last van hebben en waar deze kinderen overheen moeten groeien, ondanks dat het gedrag regelmatig pijnlijke situaties kan opleveren. Het is geen ziektebeeld, dat behandeld moet worden, maar een kwaliteit van de persoonlijkheid en de potentie voor een diepe emotionele ontwikkeling.
Wel is het de taak van ouders, verzorgers en leerkrachten om kinderen met een hoge prikkelgevoeligheid te leren om hun gedrag te moduleren, en hun te leren welk effect hun gedrag op anderen kan hebben.
En ondanks het feit dat het omgaan met mensen met een hoge prikkelgevoeligheid heel moeilijk, heel uitdagend, soms onbegrijpelijk en soms pijnlijk kan zijn moeten we niet vergeten dat het vooral een gave, een vreugde en een rijkdom in het leven is. De intense manier waarop deze mensen kunnen genieten van schoonheid, vreugde en liefde is inspirerend om te zien en mee te maken.
Susan Daniels & Michael M Piechowski (Edited by), Living with Intensity: emotional development of gifted children, adolescents and adults, 2009, Great Potential Press
James R. Delisle, Parenting gifted kids: tips for raising happy and successfull children, 2006, Prufrock Press Inc.
J.T. Webb, E.A. Meckstroth & S.S. Tolan, Guiding the gifted child: A practical source for parents and teachers, 1982, Great Potential Press
Adele Faber & Elaine Mazlish, How to talk so kids will listen, and listen so kids will talk, 2004, Perennial Currents.
Lisa Rivero, Creative Home Schooling: A Resource Guide for Smart Families, 2002, Great Potential Press.
Kazimierz Dabrowski, Positive Desintegration, 1964, Little, Brown & Company.
http://www.sengifted.org/articles_social/Lind_OverexcitabilityAndTheGif…
http://www.everyoneweb.com/dabrowski/
http://www.thefreelibrary.com/Gifted+adolescents’+overexcitabilities+an…
http://giftedkids.about.com/od/gifted101/a/overexcite.htm
http://www.stephanietolan.com/dabrowskis.htm
http://talentdevelop.com/Dabrowski.html